Hier zit ik, achter mijn bureau. Ik weet dat ik over die avond moet schrijven, toen ik mijn zus zag, vechtend voor haar leven. Op dit moment haar ik haar nog steeds naar adem snakken en zie ik haar smekende ogen. Het was zo verschrikkelijk, dat ik tot nu toe wat er met ons gebeurde, geen plek kan geven.
Ik kom vanachter mijn bureau vandaan en ik zoek naar iets om mij heen om in weg te kunnen vluchten. Mijn ogen stoppen bij de cd ‘s: “zal muziek mij rust kunnen geven?” De woorden van het liedje nemen mij mee terug naar die avond.
“Zo veel verdriet zit in mijn hart,
Ik zou de stad verlaten midden in deze nacht,
In een land zonder waarde en recht,
Waar kan ik met mijn last terecht?”
Het was helemaal stil in de auto. Terwijl mijn broer meer gas gaf, zei hij: “Hoe durfde zij zoiets te doen!” Ik had hem nog nooit zo gezien en ik had het gevoel dat ik hem niet meer kende. Hij zei: “Ach…, na de dood van onze vader heb ik alles voor jullie gedaan, maar zij heeft nu alles kapot gemaakt!” Toen sloeg hij met zijn vuist heel hard op het stuur. Ik durfde niet naar hem te kijken en ik ademde nauwelijks van angst. Toen gaf hij weer meer gas! Ik moest met hem weg, maar waar naar toe? Dat heeft hij mij nooit verteld!
Ik ga voor de spiegel staan, het lijkt alsof ik opeens ouder ben geworden. Toen ik een klein meisje was, was ik dol op rode lipstick. Elke keer pakte ik stiekem de lipstick van mijn moeder. Zodra zij mij met zo’n gekleurd gezichtje zag, begon ze te schreeuwen en rende zij achter mij aan om mij te pakken en te wassen. Ik mis gewoon die tijden. “Misschien kan een make –up mij weer een beetje vrolijk maken? Oh nee nu niet meer. En als ik naar buiten ga om een stukje te wandelen? Zal mijn hoofd dan even rusten?”
Ik pak snel mijn zwarte hoofddoek en zwarte Manto*. Ik stap meteen de straat in. De mannen in onze straat staren naar mij zoals altijd en ik tel de tegels van de stoep. Misschien vragen ze zich wel af:” waar gaat ze naar toe?” Dat weet ik ook niet! De woorden van een bekend liedje fluisteren in mijn oor:
… zonder waarde en recht, waar kan ik met mijn last terecht.
Ik hoorde mijn zus huilen en mijn broer smeken om haar niet te doden. Door de boosheid kan hij niks meer zien dan alleen zijn beschadigde eer/ Sharaf*. Zij had een date gehad met een man en dan ook nog alleen in zijn huis. Dat was haar schuld. Iemand had hen daar gezien en belde de Aghahi*. Zij hebben mijn zus en haar vriend gearresteerd. Niemand geloofde haar:” dat er niks gebeurd was tussen hen. Nee niemand!
Zij moest of de gevangenis in of met haar vriend trouwen. Ze wilde geen van beide, maar zij had geen keuze! Mijn broer wilde niet dat zij de gevangenis in zou gaan. Wij wisten allemaal dat het daar voor een meisje – vanwege verkrachtingen die daar plaats vinden- niet veilig was. Zij kwam naar huis voor een paar dagen om zich voor het vertrek met haar vriend klaar te maken. Alles ging erg triest en genadeloos. Zij was nog heel jong en had veel dromen en wilde zich niet in brand steken. Wat wel verwacht wordt van veel vrouwen als ze met zulke problemen te maken hebben. Mijn broer liet haar niet met rust. Op een avond besluit hij haar te wurgen.
Het gebeurde zo opeens, dat ik en mijn moeder heel erg schrokken. Wij hebben toen meteen ingegrepen. Het was erg bizar om te zien dat je broer met wie je jarenlang hebt gespeeld en die je vertrouwde, opeens mijn zus naar de keel greep en haar wilde doden! Gelukkig was het een mislukte poging!
Mijn broer greep me heel boos bij mijn arm en trok mij naar de deur en schreeuwde tegen mij dat ik met hem mee moest gaan. Tegelijkertijd hoorde ik ook de schreeuw van mijn moeder: “waar neem je haar mee naar toe? Het is genoeg geweest! Laat haar los!” Hij duwde mij in zijn auto en reed zo hard dat ik dacht:” Vanavond red ik het niet meer.” Ik was er zelf ook helemaal klaar mee. Door wat er gebeurde, dacht ik, ik heb niks meer om voor te leven. Op een gegeven moment toen ik mijn ogen sloot, gaf ik me helemaal aan de dood over. Plotseling voelde ik dat de auto ging stoppen.
Nu ben ik verdwaald in de straten van een stad die mij geen rust brengt. Ik zoek nog steeds een uitvlucht. Ik voel me ongemakkelijk door alle minachtende blikken en fluisterende mensen om me heen. Ik hoor ze zeggen: “Zie je haar? Zij is de zus van die hoer! Zij wordt niet beter dan haar!”
Ik neem snellere stappen. Ik weet het niet meer hoe en wanneer ik thuis ben gekomen. Ik kruip achter mijn bureau en ik begin mijn verhaal te schrijven. Terwijl ik nog steeds in mijn hoofd met veel dingen worstel, vraag ik me af, wat op die avond mijn broer heeft tegengehouden?
1*- Manto is een lange jurk die sommige vrouwen in Iran dragen als ze naar buiten gaan.
2*- Sharaf of Namoos: volgens Islam behoren vrouwen aan mannen en ze zijn hen tot eer. Mannen moeten hen eer altijd beschermen.
3*- Aghahi is een soort politie voor controle van het gedrag van mensen. In Iran mogen vrouwen en mannen die geen familie leden van elkaar zijn niet in het openbaar gezien worden. Anders worden ze gearresteerd en krijgen ze straf.